Evangelie van de dag - zaterdag 9.05.2020 Moederdag, Onze-Lieve- Vrouw van Vlaanderen
Deze zondag kunt u met ons bidden tijdens de gebedsdienst vanuit de Jetse Sint-Pieterskerk.
Streaming om 10 uur op kerkjettevideo.
We nemen graag uw intenties mee.
Geef een seintje aan pastoor Dirk
0477/60 42 65
Fijne moederdag -weekend!
Gedicht van
Dirk Vannetelbosch
ONZE-LIEVE-VROUW VAN VLAANDEREN
Dirk Vannetelbosch
ONZE-LIEVE-VROUW VAN VLAANDEREN
Vandaag vieren we deze madam,
zelfs vanuit Brussel, als het kan.
zelfs vanuit Brussel, als het kan.
Haar beeltenis bevindt zicht in de omstreken van Gent,
Er is mij niet veel over bekend.
Er is mij niet veel over bekend.
Maar overal is zij te vinden,
opdat haar beeltenis mag klinken,
als een ultieme vriendschapsband,
die taal, cultuur ons overspant.
opdat haar beeltenis mag klinken,
als een ultieme vriendschapsband,
die taal, cultuur ons overspant.
Wat wij ook mogen geloven, spreken en bezielen,
Haar goedheid kome ons plezieren,
Haar goedheid kome ons plezieren,
Zij vraagt ons niet, de taal wij spreken.
Zij zegt ons niet, hoe veel we preken.
Zij moedigt ons gelovig aan,
die band met Jezus aan te gaan.
Zij zegt ons niet, hoe veel we preken.
Zij moedigt ons gelovig aan,
die band met Jezus aan te gaan.
Haar lied maakt ons deemoedig en bevrijd,
Haar kracht maakt ons tot veel bereik.
Haar kracht maakt ons tot veel bereik.
Vandaag de dag, het is Haar naam,
dat ons doet denken aan uw zoon,
dat ons doet denken aan uw zoon,
Die ook vandaag met luide toon,
Filippus stootte van zijn troon,
Filippus die, aan Jezus vroeg,
toon ons die Vader, t'is genoeg.
toon ons die Vader, t'is genoeg.
Maar Jezus repliqeerde zo gevat,
Gij kent mij nu nog altijd niet,
Gijse groten deugeniet.
Gij kent mij nu nog altijd niet,
Gijse groten deugeniet.
Zo waren de apostelen in die tijd,
als grote jongens, wereldwijd.
Ze waren zo gewoon van stof,
zo eerlijk, dat het Jezus trof.
als grote jongens, wereldwijd.
Ze waren zo gewoon van stof,
zo eerlijk, dat het Jezus trof.
Daar is het Jezus om te doen,
die eenvoud van het kleine,
die ruzies kan ontmijnen,
die eenvoud van het kleine,
die ruzies kan ontmijnen,
die eerlijk is en overwon,
die liefde voor ons toe ontspon.
die liefde voor ons toe ontspon.
Zo is Maria voor de Kerk,
een vrouw, naar menig mensenwerk,
die heeft gedragen in haar schoot
een Godes mens die vriendschap bood
een vrouw, naar menig mensenwerk,
die heeft gedragen in haar schoot
een Godes mens die vriendschap bood
Wanneer wij morgen onze mama's gaan gedenken,
dan moet dat niet met zoveel centen,
zoals commercie ons doet kopen,
om zo met aandacht te gaan lopen.
dan moet dat niet met zoveel centen,
zoals commercie ons doet kopen,
om zo met aandacht te gaan lopen.
Een mama eren doe je alle dagen
een smske doet ons vriendschap vragen.
een smske doet ons vriendschap vragen.
T 'is niet alleen die zondag omdat'moet,
genoeg is al een stille groet.
genoeg is al een stille groet.
een poosje aan Maria schenken,
doet ons aan mama even denken,
doet ons aan mama even denken,
Zonder een traantje weg te plengen,
zal'ons tot bij een ander brengen.
zal'ons tot bij een ander brengen.
Wanneer we onze mama's dezer dagen nu niet zien,
door overmacht, gedurende een dag of tien,
door overmacht, gedurende een dag of tien,
Dan weten zij, er komt die dag,
dat wij te saam aan papa's graf,
een poosje gaan verwijlen,
de steen beginnen dweilen.
dat wij te saam aan papa's graf,
een poosje gaan verwijlen,
de steen beginnen dweilen.
Zo gaat ons leven nu vooruit,
nooit kijkend achteruit
nooit kijkend achteruit
maar immer met een stille gloed
de toekomst tegemoet.
de toekomst tegemoet.
Laken, 9 mei 2020, Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, Zaterdag 4 de Paasweek.
Het lied verenigt Vlaamse gevoelens en Mariadevotie. Tijdens de Meimaand wordt het op menige katholieke Vlaamse school en tijdens parochiale diensten gezongen. De tekst is van priester August Cuppens (1862-1924) en werd getoonzet door Lodewijk de Vocht (1887-1977).
Het lied werd gecomponeerd in 1910 op vraag van de paters jezuïeten van Gent, meer bepaald van pater Jozef Axters. De vraag gebeurde in het kader van de viering van de vijftigste verjaardag van de pauselijke kroning in 1860 van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen. Dit 2,75 m grote witmarmeren beeld van de Antwerpse beeldhouwer Jan-Baptist De Cuyper (1807-1852) dateert van 1846 en was door jonkvrouw d'Hane-Steenhuyse - de Potter geschonken en in 1860 geplaatst in de recent gebouwde jezuïetenkerk in de Posteernestraat in Gent. Het is het oudste gekroonde Mariabeeld in Vlaanderen. Ter gelegenheid van deze viering werd deze Notre Dame des Jésuites of Notre Dame de Flandre herdoopt tot Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen. Het beeld werd in 1956 overgebracht naar de kerk van het jezuïetencollege Sint-Barbara in de Savaanstraat.
Door de taal-kunstgrepen, eigen aan volkse dichtkunst, is het lied gedateerd maar daarom niet minder geliefd bij de Vlaamse katholieke gelovigen. Het is in oorsprong een staplied in c barré, of een 2 tweede maat, met een tamelijk vlotte beweging. Het lied kon een 'religieuze schlager' worden genoemd, maar het tempo werd steeds vertraagd vanuit het onjuiste idee dat plechtig altijd gelijk zou staan met een traag ritme. Het is een mooi voorbeeld van de ruimverspreide Mariadevotie in het Vlaanderen van de twintigste eeuw en later.
- Liefde gaf U duizend namen
- Groot en edel, schoon en zoet
- Maar geen een die 't hart der Vlamen
- Even hoog verblijden doet
- Als de naam, o Moedermaagd,
- Die gij in ons landje draagt.
- Schoner klinkt hij dan al d'andren.
- Onze Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis).
- Waar men ga langs Vlaamse wegen
- Oude hoeve, huis of tronk,
- Komt men U, Maria, tegen,
- Staat Uw beeltenis te pronk
- Lacht ons toe uit lindegroen
- Bloemenkrans of blij festoen
- Moge 't nimmer hier verand'ren
- O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)
- Blijf in 't Vlaamse herte tronen
- Als de hoogste koningin
- Als de beste moeder wonen
- In elk Vlaamse huisgezin
- Sta ons bij in alle nood,
- Nu en in het uur der dood
- Ons, Uw kind'ren, en ook d'and'ren
- Liefste Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)
*
evangelie (Joh. 14, 7-14)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Als gij Mij zoudt kennen zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.” En Jezus weer: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg: u wie in Mij gelooft zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga. En wat gij ook zult vragen in mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon. Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam zal Ik het doen.”
Reacties
Een reactie posten
Plaats hier jouw reactie